donderdag 7 mei 2015

U bent mijn leraar

Wanneer ik met anderen praat over mijn blogs vertel ik vooral van fascinatie, en van betekenisvol toeval. Ik vertrouw blind op dat toeval, het is mijn uitgangspunt om er iets mee te doen.

Daardoor begrijp ik ook beter waarom sommigen dat gepraat over mijn blogs woordkramerij vinden, zeggen dat het gesloten overkomt, of nog erger: dat ik denk dat zij weten wat ze ervan vinden. Eerst schrik ik van die reacties, ik ga in de verdediging, wat toch de beste aanval is. Dan denk ik dat ze iets tegen rationalisme of filosofie hebben. Ik wil er graag over praten. Maar de ander heeft al geen zin meer. Iets wat niet aantrekkelijk is gaat dat niet alsnog worden door uitleg.

Nee, het is niet dat rationalisme wat lezers afkeer inboezemt. Het gaat eerder om de suggestie van betekenisvol toeval. Ik ken, zo lijkt het, aan allerlei zaken betekenis toe, getallen, taalfenomenen, feiten, gedachten. En vervolgens zie ik ook nog eens samenhang, ik zet die dingen bij elkaar terwijl het niet vaststaat dat ze bij elkaar horen! Er ontstaat zodoende een gesloten geheel waarin de ander niet kan en wil doordringen. Hij kan het niet omdat hij het niet wil, hij wil het niet omdat hij het niet kan.

Zo lijkt er iets te ontstaan van wederzijdse afwending. De gesloten wereld projecteer ik als kritisch oordeel op de ander, de ander ziet dat als teken van mijn afwending van hem en wendt zich op zijn beurt van mij af. Het is niet de wederzijdse afwending van het duel, waarin de deelnemers volgens de spelregels met afgemeten passen doorlopen, als voorstadium van de toewending met pistool. Nee, het is een afwending in onverschilligheid. De blog maakt niet eens een verschil terwijl een goede of slechte tekst dat verschil wel zou moeten maken.

En zo belanden we bij het model van de kritiek. Iets wat geen verschil maakt is niet kritisch. De lezer is ook niet kritisch. Hij bedoelt zijn opmerking niet als kritiek. Het is een gewone, enigszins afgedwongen, neutrale mededeling. En ik ben niet kritisch, want ik blijf gefascineerd raken door alles wat zich aandient, zelfs als het me laat schrikken, of een domper op de vreugde zet.

Het verklaart misschien ... maar nu ben ik weer op u aan het projecteren, zoals permanent in deze serie Verklaarme ... het verklaart misschien waarom ik het steeds erger maak. Waarom ik de grenzen opzoek. Waarom ik de dialoog bij voorbaat blokkeer. Ik doe dat om iets van mijn eigen schrijven af te dwingen en aan u voor te leggen. Maar wat ik u voorleg is geen les die ik u lees, geen oordeel. Maar het is wel een les.

Ik bevind me namelijk in een leerproces. Ik ben een leerling. Uw leerling, leerling van Google, de filosofen, van de dingen inclusief de getallen.

Wat nog iets anders is dan te zeggen dat ik iets leer. Leerlingen zijn meestal lui, ze zoeken de grenzen op, zijn meer geïnteresseerd in elkaar dan in de leraar die voor de klas staat. Ze stellen misplaatste vragen. Ze leren alleen voor de toets, zoals ik een boek lees om erover te bloggen.

Mijn beste leraar was mijn slechtste leraar. Pastoor Rongen. Hij weigerde ons gymnasiasten nog langer les te geven omdat we teveel herrie maakten en hij gehoorproblemen had. Hij hoorde alleen maar een waterval. Hij was een pastoor met een onmogelijk vak, godsdienst, en dat in de jaren zeventig. In de havoklas van mijn oudste zus doceerde de pastoor moeilijke filosofie over de hoofden van de leerlingen heen. Toch is mijn zus Les mains sales gaan lezen, Sartre dus, in een krantenuitgave, 'Bulkboek'. Via mijn zus, haar kopiërend met lezen zoals ik ook ooit door haar heb leren schrijven, ben ik pastoor Rongen gaan imiteren. 's Ochtends, voor school, vertaalde hij een paar uur L'être et le néant. Ik ben dat ook gaan doen, en doe dat in zekere zin nog steeds.

Zonder pastoor Rongen was ik nooit in die filosofie geraakt, de idee dat er zin is in de wereld, zelfs als je die, zoals bij Sartre, zelf moet afdwingen, in een projet. Ik heb de pastoor dat ooit proberen te vertellen, dat zijn lessen tóch zinvol voor mij waren, zinvoller dan wat ook. Ik deed dat in een dorpscafé terwijl hij gefêteerd werd door de plaatselijke harmonie. Hij verstond niets van wat ik zei en ik gaf het op.

Nu weet ik dus dat je soms vuile handen moet maken als je iets wil bereiken, zelfs als je leerling bent. Je moet je handen steken in de stront en in het bloed. Je moet het bloed bij je leraar onder de nagels vandaan halen. Van hem heb ik dat dus, van Sartre, via pastoor Rongen en niet te vergeten via Bernadette, mijn zus.

In deze blogs laat ik u mijn vorderingen zien. Google blogspot tover ik om tot een leerlingvolgsysteem. U bent mijn leraar. Geef af en toe een compliment, ook als u het niet meent.


http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/a/a9/Waterfall_formation_nl.png/530px-Waterfall_formation_nl.png



3 opmerkingen:

  1. Geachte blogger, ligt het nu aan mij of .....?? Steeds als ik op uw blogs reageer, zijn ze daarna verdwenen als sneeuw voor de zon. Toch niet gewist, hoop ik?

    Welnu, in aanvulling op mijn reactie eerder vandaag voeg ik graag iets toe. Het toeval. Ik zit nu in Beauvoir, op loopafstand van de Mont St. Michel, Bretagne. Beauvoir - Sartre, daar zit al een link. Op deze plek was ik 30 jaar geleden voor het eerst, samen met uw ex-vriendin. Nu samen met uw naamgenoot.

    Het is 8 mei, datum waarop de Fransen een feestdag hebben i.v.m. WO II, maar ook de dag waarop de 8-mei-beweging ooit is opgericht. Onze ouders waren/zijn daarvan fervente aanhangers. U heeft zelf wellicht veel te maken gehad met de standpunten van deze beweging. Leraar Rongen was de inspirator van uw studiekeuze? Ik heb van deze man ook twee jaar godsdienstles gehad en was niet erg onder de indruk.
    Maar mogelijk was ik in die tijd met andere zaken bezig dan met godsdienst. Hele banale: jongens, uiterlijk, dromen over de toekomst.

    Hoe dan ook, om het 'toeval' compleet en rond te maken: enkele jaren geleden ontving ik een onafhankelijk en lovende recensie van mijn boek door....... Wies Stael-Merkx, (mede)oprichter van de 8-mei Beweging.

    Over 2 dagen wordt u 53, zouden onze ouders 57 jaar getrouwd zijn en valt opnieuw Moederdag. Deze drie-eenheid is best bijzonder. Mag ik het een toeval met betekenis noemen?

    Uw andere zus.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Geachte Mieke,
      Deze keer is het goedgekomen, je reactie staat er. Dank!
      Ook ik was dus niet onder de indruk van Rongens lessen, en hij ook niet van ons. Dat is juist het opmerkelijke, zo’n slechte leraar en toch zoveel effect.
      De recensie van Wies Stael Merckx, God hebbe haar ziel, heb ik destijds gelezen. De recensie was een regelrechte Prijzing!.
      Ik weet dat jij positief denkt over de betekenis van toeval. Ik ben het met je eens dat zondag een drieëenheid is. Maar ik ga nog verder: elk feit is toeval, en elk feit heeft zin.
      Wist je dat Sartre enkele jaren filosofieleraar in Le Havre was, en daar zijn boek La Nausée schreef, met hoofdpersoon Antoine?
      Kortom, de namen woekeren lekker rond. Overigens vond die hoofdpersoon alles walgelijk zinloos was, maar Sartre vond dat je er zelf iets van moest maken. Let op, de tijd is rijp voor een revival van Sartre en Beauvoir.
      Ik hoop je tzt duidelijk te maken waarom precies ook jij mijn leraar bent.
      Reis ze en heb goed weer!

      Groet,
      ‘Anton’

      Verwijderen
  2. Broer,
    Ik jouw leraar? Zou het dan toch nog kunnen? Welnu, leraar ben je als je iemand iets kunt leren, toch? En daarmee kom ik nog even terug op je blog over de film 'Wild', waarbij mijn reactie ook in het niets is verdwenen.

    Los van het feit dat ik me enigszins identificeer met de hoofdpersoon - die klaarspeelt waarvan ik alleen maar kan dromen - vind ik het leuk om mijn nichtje, jouw dochter, hierin mee te nemen. Misschien wel in de hoop dat zij (en andere nichtjes) ook iets van mijn 'genen' meekrijgen en ik daarmee iets vruchtbaarder ben dan .........

    Recent las ik een boek over hardlopen: 'Running like a girl', door een Britse journaliste. Ook daar herkenning, want zij is mollig en verre van atletisch. Toch wist zij marathons uit te lopen en daarmee noemt ze zichzelf 'hardloper', want dat doet ze.

    Tot slot: waarom willen vrouwen dit soort krachtmetingen, uitputtingsslagen? Female power? Ik neig naar de stelling dat je je als vrouw o.a. wilt onderscheiden van de typische 'vrouwtjes', spannend wil zijn en toch vrouwelijk. Misschien ook wel om wat sterker t.o.v. mannen te staan? Om andere zwaktes te camoufleren? Zie ik ook bij mezelf.

    Ik blijf doorgaan. Nu al kijk ik uit naar de Aubisque per fiets. Thuis vind ik de Windrakerberg al geen pretje, maar als die berg een naam heeft begint het bloed te stromen. Rare wezens, mensen.

    Het wordt langzaam tijd om Sartre te gaan lezen.

    Bonne nuit.
    Zus.

    BeantwoordenVerwijderen